Wat is een staatsbon?
Een staatsbon is een schuldbewijs dat uitgegeven wordt door een overheid. Wanneer je een staatsbon koopt, leen je eigenlijk geld uit aan een overheid. Aan het einde van de looptijd van de staatsbon krijg je, net zoals bij een obligatie of kasbon, je oorspronkelijke investering terug. De rentevoet of coupon en de looptijd van de staatsbon worden op voorhand vastgelegd.
Een staatsbon van de Belgische overheid wordt beschouwd als een relatief veilige belegging. België is ondanks zijn hoge schuldberg, een land met een hoge kredietrating. Dit betekent dat het risico op wanbetaling over het algemeen laag is. Ze zijn populair bij beleggers die op zoek zijn naar een stabiele en voorspelbare inkomstenstroom. Omdat het risico van een staatsbon zeer laag is, ligt het rendement een stuk lager in vergelijking met aandelen.
Wat brengt een staatsbon op?
Op 4 juni 2024 wordt een staatsbon uitgegeven met een rentevoet van 3,20% en een looptijd van 1 jaar. Omdat deze rentevoet onderworpen is aan een roerende voorheffing van 30% blijft hier een netto rentevoet van 2,24% over. Met andere woorden kunnen beleggers rekenen op een rendement van 22,4 euro voor elke 1.000 euro inleg.
Het rendement en de looptijd zijn voor elke staatsbon verschillend. De Belgische overheid houdt elk kwartaal rekening met verschillende factoren om te bepalen welke rentevoet een staatsbon wordt uitgegeven. Zo spelen onder andere de marktrente, looptijd en huidige kredietwaardigheid een rol in het bepalen van de uiteindelijke rentevoet.
Om te berekenen wat een staatsbon opbrengt is het belangrijk om te weten dat de aangekondigde rentevoet of coupon een bruto rentevoet is. Van dit bedrag wordt namelijk roerende voorheffing ingehouden om aan een netto rentevoet te komen. Voor de staatsbon die werd uitgegeven in september 2023, werd de roerende voorheffing verlaagd naar 15%. Maar dat is niet het geval voor de staatsbon die in juni 2024 wordt uitgegeven.
Het Agentschap van de Schuld rekent geen kosten aan op moment dat je een staatsbon koopt. Maar het kan wel zijn dat de bank waarbij je de staatsbons koopt, een bewaarloon aanrekent. Dit hangt af van bank tot bank en moet je zelf navragen. Als je bank een bewaarloon aanrekent, dan moet je dit aftrekken van het rendement.
Hoe kun je intekenen op een staatsbon?
Een staatsbon kan zowel op de primaire als de secundaire markt gekocht worden. Met de primaire markt wordt bedoeld dat de staatsbon op moment van uitgifte wordt aangekocht. Na uitgifte krijgt de staatsbon een specifieke ISIN-code en wordt deze elke bankwerkdag verhandelt op de Euronext beurs.
Een staatsbon wordt in principe vier keer per jaar uitgegeven, in maart, juni, september en december. Maar er zijn ook periodes dat er geen staatsbons uitgegeven worden. Zo gaf de Belgische overheid drie jaar lang geen staatsbon uit tot september 2023. Als je een staatsbon wilt kopen op het moment van uitgifte, kun je terecht bij je bank. Heb je het moment van uitgifte gemist, kun je nog altijd staatsbons kopen via een broker.
De minimale inleg van een Belgische staatsbon is 100 euro, maar je kan hiervan ook een veelvoud aankopen. De staatsbon die je aankoopt, komt op een effectenrekening bij je bank te staan. Maar je kan ze ook rechtstreeks bij de overheid laten bewaren door ze te laten inschrijven in het grootboek van de staatsschuld.
Aan elke uitgifte van een staatsbon wordt een deadline gekoppeld. Heb je voor deze datum geen staatsbon aangekocht, dan moet je wachten op de volgende uitgifte. Een alternatief is om na de uitgifte de staatsbon aan te kopen op de beurs. Hierbij moet je wel rekening houden met het feit dat de prijs die je betaalt kan afwijken van de nominale waarde.
Als de rentevoeten op de markt stijgen, dan zal de waarde van reeds uitgegeven staatsbons dalen. Maar als de rentevoeten op de markt dalen dan zal de waarde van reeds uitgegeven staatsbons stijgen. Bovendien moet je als belegger rekening houden met transactiekosten en beurstaks bij het kopen van een staatsbon op de beurs.
Voorbeeld rendement staatsbon
Een staatsbon kan uitgegeven worden tegen een uitgifteprijs die hoger ligt dan de nominale waarde.
Stel dat de uitgifteprijs 103% bedraagt dan betaalt een spaarder voor elke staatsbon met een nominale waarde van 100 euro in totaal 103 euro. In het geval dat onze spaarder een bruto rentevoet van 3% ontvangt, dan ontvang hij elk jaar 3 euro rente. Dit is omdat het coupon berekend wordt op de nominale waarde en niet op de uitgifteprijs.
Van de 3 euro rente wordt nog 30% roerende voorheffing ingehouden. Na aftrek van de belastingen blijft er dus nog maar 2,1 euro over. Na 5 jaar is de vervaldag en krijgt de spaarder de nominale waarde van 100 euro terug. In totaal heeft onze spaarder 103 euro ingelegd en 110,5 euro (100 + (2,1*5)) teruggekregen. Hierdoor is het netto rendement 7,5 euro per staatsbon (en niet 10,5 euro).