Home De risico’s van het beleggen in obligaties

De risico’s van het beleggen in obligaties

Wat is het risico, hoeveel kan ik verliezen en wat zijn de valkuilen

by Quinten de Jong
7 minuten leestijd

Als je een obligatie koopt, leen je geld aan een bedrijf of een overheid voor een bepaalde looptijd. In ruil voor deze lening betaalt de emittent je intrest in de vorm van couponbetalingen. Op de vervaldag van de obligatie heb je recht op de terugbetaling van het uitgeleende geld.

Omdat obligaties een vooraf bepaalde looptijd hebben, zijn ze onderhevig aan een aantal risico’s. Als belegger is het belangrijk dat je bewust van bent van deze risico’s. De voornaamste risico’s van het beleggen in een obligatie zijn:

  • Kredietrisico
  • Renterisico
  • Herinvesteringsrisico
  • Inflatierisico
  • Liquiditeitsrisico
  • Afwaarderingsrisico

Kredietrisico

Kredietrisico, ook wel bekend als tegenpartijrisico of debiteurenrisico, verwijst naar het risico dat een schuldenaar (bijvoorbeeld een bedrijf of overheid) zijn financiële verplichtingen niet kan nakomen. Dit kan betekenen dat de schuldenaar niet in staat is om de rente te betalen of het hoofdbedrag van een lening of obligatie terug te betalen. Als een bedrijf een obligatie niet kan betalen, kunnen de obligatiehouders het bedrijf in gebreke stellen en het faillissement aanvragen.

Een bedrijf dat financieel zwak is, heeft een hoger risico om zijn schulden niet te kunnen betalen dan een financieel sterk bedrijf. Om zich te beschermen tegen kredietrisico, kunnen beleggers gebruik maken van kredietratings. Dit zijn beoordelingen die worden gegeven door kredietbeoordelingsbureaus zoals Moody’s, Standard & Poor’s en Fitch.

Deze ratings geven een indicatie van de kredietwaardigheid van een schuldenaar. Een hoge rating (bijvoorbeeld AAA) geeft aan dat het risico op wanbetaling laag is, terwijl een lage rating (bijvoorbeeld C of D) aangeeft dat het risico hoger is.

In tijden van economische recessie kunnen veel bedrijven het moeilijk hebben, wat hun vermogen om schulden te betalen kan verminderen. In geval van staatsobligaties van ontwikkelde landen zoals de VS, Japan en België wordt er vaak van uitgegaan dat er geen sprake is van kredietrisico. Maar landen zoals Argentinië, Libanon, Sri Lanka en Oekraïne hebben recentelijk hun financiële verplichtingen niet kunnen nakomen. Argentinië is sinds zijn bestaan zelfs al 9 keer door een herstructurering van zijn schulden gegaan, ten koste van zijn schuldeisers.

Renterisico

Een van de voornaamste risico’s zijn veranderingen in rentevoeten. Wanneer rentevoeten stijgen, dan zakken de prijzen van obligaties. Renterisico verwijst naar het risico dat de waarde van een obligatie zal veranderen als gevolg van veranderingen in de rentevoeten. De rentevoeten worden grotendeels bepaald door centrale banken zoals de ECB (European Central Bank).

Wanneer de rentevoeten stijgen, dalen over het algemeen de koersen van bestaande obligaties. Dit komt omdat nieuw uitgegeven obligaties in een omgeving met hogere rentevoeten een hogere couponrente zullen bieden dan oudere obligaties, waardoor de oudere obligaties minder aantrekkelijk worden.

De mate waarin de prijs van een obligatie reageert op veranderingen in de rente wordt gemeten door de looptijd van de obligatie. Een obligatie met een langere looptijd zal gevoeliger zijn voor renteschommelingen dan een obligatie met een kortere looptijd.

Als een belegger zijn obligaties vasthoudt tot aan de vervaldatum, ontvangt hij het nominale bedrag terug, ongeacht de marktrente. Echter, als hij besluit te verkopen voordat de obligatie vervalt, kan hij geconfronteerd worden met kapitaalverlies als de rentes zijn gestegen sinds de aankoop van de obligatie.

Herinvesteringsrisico

Herinvesteringsrisico verwijst naar het risico dat een belegger geconfronteerd wordt met het herinvesteren van de ontvangen rente- of hoofdsom van een obligatie tegen een lagere rente dan de oorspronkelijke obligatie had. Het herinvesteringsrisico is het hoogst wanneer de marktrentes dalen.

Dit risico is vooral relevant voor beleggers die afhankelijk zijn van de inkomsten uit hun obligatieportefeuille en beleggers die de ontvangen betalingen opnieuw willen investeren in nieuwe obligaties.

Stel je voor dat je een AAA-obligatie hebt gekocht die een jaarlijkse couponrente van 4% biedt. Deze obligatie loopt tegen zijn einddatum aan en je krijgt je laatste coupon samen met de oorspronkelijke waarde van de obligatie terug. Maar ondertussen is de marktrente voor AAA-obligaties gedaald tot 2%. Je zal je in dat geval tevreden moeten zijn met een lager inkomen of je zal een hoger risico moeten nemen om hetzelfde rendement te bekomen.

Hoewel langlopende obligaties een hoger renterisico hebben, hebben kortlopende obligaties een hoger herinvesteringsrisico. Dit komt omdat de hoofdsom van kortlopende obligaties sneller wordt terugbetaald, waardoor beleggers moeten herinvesteren in een omgeving met lagere rentetarieven. In geval van een langlopende obligatie blijf je je coupons uitbetaald krijgen en kun je afwachten in de hoop dat marktrentes weer stijgen.

Inflatierisico

Inflatierisico, ook wel bekend als koopkrachtrisico, verwijst naar het risico dat de koopkracht van de toekomstige rente-inkomsten en hoofdsom van een obligatie zal worden uitgehold door inflatie. Met andere woorden, het geld dat je in de toekomst ontvangt van een obligatie kan minder waard zijn in termen van wat het daadwerkelijk kan kopen, vanwege stijgende prijzen in de economie.

Hoge inflatie is dus een belangrijke vijand van obligaties. Als inflatie stijgt dan daalt het rendement van een obligatie. De meeste obligaties hebben namelijk een vaste rentevoet. Als een obligatie bijvoorbeeld 5% rendement oplevert en de inflatie is 3%, dan is het reële rendement van de obligatie 2%. Bij zeer hoge inflatie kan het rendement van obligatie zelfs negatief zijn.

Sommige obligaties, zoals inflatie-gekoppelde obligaties, bieden bescherming tegen inflatierisico. De rente- en hoofdsombetalingen van deze obligaties worden aangepast op basis van een inflatie-index, waardoor beleggers enige bescherming krijgen tegen stijgende prijzen.

Obligaties met een langere looptijd zijn over het algemeen gevoeliger voor inflatierisico dan kortlopende obligaties. Dit komt omdat de tijdshorizon langer is, waardoor er meer gelegenheid is voor inflatie om de koopkracht van toekomstige betalingen te verminderen.

Liquiditeitsrisico

Liquiditeitsrisico verwijst naar het risico dat een belegger mogelijk niet in staat is om een obligatie te verkopen tegen een redelijke marktprijs op het moment dat hij of zij dat wenst. Dit kan gebeuren als er onvoldoende kopers zijn op de markt op het moment dat de belegger wil verkopen, wat kan leiden tot grotere prijsschommelingen dan verwacht.

Obligaties die verhandeld worden in liquide markten, zoals staatsobligaties van grote landen, hebben een lager liquiditeitsrisico. Aan de andere kant kunnen minder bekende of niche-obligaties, zoals die van kleinere bedrijven of opkomende markten, een hoger liquiditeitsrisico hebben vanwege een kleiner aantal potentiële kopers.

In tijden van economische onzekerheid of financiële crises kan het liquiditeitsrisico toenemen, aangezien veel beleggers mogelijk tegelijkertijd willen verkopen en er minder kopers op de markt zijn. Dit risico is vooral relevant voor beleggers die van plan zijn hun obligaties voor een korte periode aan te houden.

Afwaarderingsrisico

Afwaarderingsrisico verwijst naar het risico dat een obligatie wordt afgewaardeerd door een kredietbeoordelingsbureau, zoals Moody’s, Standard & Poor’s of Fitch. Deze beoordelingsbureaus geven ratings aan obligaties op basis van hun inschatting van de kredietwaardigheid van de uitgever. Een afwaardering betekent dat het bureau de kans op een wanbetaling door de uitgever hoger inschat dan voorheen.

Wanneer een obligatie wordt afgewaardeerd zorgt dit bijna altijd tot een daling van de marktprijs. Dit komt omdat beleggers een hogere vergoeding zullen eisen voor het verhoogde risico. Daarnaast zijn er institutionele beleggers, zoals pensioenfondsen of verzekeringsmaatschappijen, die met een beperking werken tot het houden van obligaties onder een bepaalde rating. Een afwaardering kan hen dus dwingen om een obligatie te verkopen, waardoor de prijs verder onder druk komt te staan.

You may also like

Disclaimer

Alle informatie die op deze website kan gevonden worden, moet beschouwd worden als louter algemene informatie.

Beleggen brengt hoge financiële risico’s met zich mee. Daarom is het belangrijk om altijd uw eigen onderzoek te doen.

Onze auteurs beschikken niet over de vereiste opleidingen of licenties om beleggingsadvies te kunnen geven.

Nieuwsbrief