Wat is at the money (ATM)?
At the money (ATM) is een term die wordt gebruikt om een optiecontract te beschrijven met een uitoefenprijs die zeer dicht of identiek is aan de koers van het onderliggend effect. Een ATM optie heeft geen intrinsieke waarde maar wel een extrensieke waarde of tijdswaarde. De term at the money kan zowel gebruikt worden voor call opties als voor put opties.
Meer uitleg over at the money (ATM)
At the money (ATM) is een term die gebruikt wordt om de moneyness van een optie te omschrijven. De term moneyness verwijst naar de relatie tussen de koers van een onderliggend effect en de uitoefenprijs van een optie.
Er zijn vijf belangrijke begrippen wanneer we het over opties hebben:
- De uitoefenprijs is de koers waartegen de koper van de optie het onderliggend effect kan kopen of verkopen.
- De premie is de prijs van de optie.
- De vervaldatum is de datum waarop de optie afloopt.
- De intrinsieke waarde van een optie verwijst naarde winst die kan gerealiseerd worden door de optie uit te oefenen
- De extrensieke waarde van een optie verwijst naar de tijdswaarde van een optie
Opties kunnen in the money (ITM), out of the money (OTM) of at the money (ATM) zijn. ITM betekent dat de optie intrinsieke waarde heeft. Zowel een ATM als een OTM optie hebben geen intrinsieke waarde omdat ze de houder ervan geen winst geven als ze vandaag zouden uitgeoefend worden. Toch hebben ATM en OTM opties waarde omdat er nog tijd is tussen vandaag en hun vervaldag.
De intrinsieke waarde voor een call optie wordt berekend door de uitoefenprijs af te trekken van de koers van het onderliggend effect. De intrinsieke waarde van een put optie daarentegen wordt berekend door de koers van het onderliggend effect af te trekken van de uitoefenprijs.
Call opties
- Een call optie is ITM als de uitoefenprijs van de optie lager is dan de koers van het onderliggend effect.
- Een call optie is ATM wanneer de uitoefenprijs van de optie gelijk is aan de koers van het onderliggend effect.
- Een call optie is OTM als de uitoefenprijs van de optie hoger is dan de koers van het onderliggend effect.
Put opties
- Een put optie is ITM als de uitoefenprijs van de optie hoger is dan de koers van het onderliggend effect.
- Een put optie is ATM wanneer de uitoefenprijs van de optie gelijk is aan de koers van het onderliggend effect.
- Een put optie is OTM als de uitoefenprijs van de optie lager is dan de koers van het onderliggend effect.
Voorbeeld van een ATM optie
De prijs van een optie bestaat uit intrinsieke en extrinsieke waarde. Extrinsieke waarde wordt ook wel tijdswaarde genoemd. Naast tijdswaarde spelen volatiliteit van het onderliggend effect en interestvoeten ook een rol in de prijsbepaling van een optie. ATM-opties hebben, juist zoals OTM-opties, alleen extrinsieke waarde.
Stel bijvoorbeeld dat een belegger een ATM-call optie koopt met een uitoefenprijs van 100 dollar voor een prijs van 5 dollar. De intrinsieke waarde is in dit voorbeeld gelijk aan 0 dollar terwijl de extrinsieke waarde gelijk is aan 5 dollar. Dit wil zeggen dat de prijs van de optie grotendeels beïnvloed wordt door het verstrijken van de tijd. Naarmate dat de vervaldatum dichterbij komt zal, ceteris paribus, de prijs van de optie zakken. Moest daarentegen de koers van het onderliggend effect stijgen naar 110 dollar dan zal de prijs van de optie stijgen omdat het nu wel intrinsieke waarde heeft.