Home De 50/30/20-regel: betekenis, uitleg en voorbeeld

De 50/30/20-regel: betekenis, uitleg en voorbeeld

by Quinten de Jong
4 minuten leestijd

Wat is de 50/30/20-regel?

De 50/30/20-regel is een budgetteringsmethode uit het boek All Your Worth: The Ultimate Lifetime Money Plan van Amerikaanse senator Elizabeth Warren. In dit boek wordt aangeraden om je inkomen na belastingen te verdelen over drie potjes: 50% voor noodzakelijke uitgaven, 30% voor persoonlijke uitgaven en 20% om te sparen.

50% Noodzakelijke uitgaven

Het 50%-gedeelte van de 50/30/20-regel richt zich op de noodzakelijke uitgaven, oftewel uitgaven die cruciaal zijn voor je dagelijkse levensonderhoud en welzijn. Deze uitgaven worden vaak beschouwd als “vaste” kosten, omdat ze regelmatig terugkeren en essentieel zijn. Hier zijn enkele voorbeelden en overwegingen voor dit deel van je budget:

  1. Huisvesting: Dit omvat huur of hypotheekbetalingen en eventuele onderhoudskosten. Dit is vaak de grootste kostenpost voor veel mensen.
  2. Voeding: Dit omvat de kosten verbonden aan wekelijkse boodschappen. De kosten voor take-out of restaurant vallen onder de 30% persoonlijke uitgaven.
  3. Nutsvoorzieningen: Kosten zoals elektriciteit, gas, water zijn niet te ontlopen en vallen onder noodzakelijke uitgaven. Ook de kosten voor internet en tv mogen als een essentiële uitgave gezien worden.
  4. Transport: De kosten verbonden aan een auto zoals een autolening, benzine, verzekering en onderhoud. Voor veel mensen is een auto essentieel om naar het werk te gaan, kinderen te vervoeren of boodschappen te doen. Ook kosten zoals autodelen, openbaar vervoer of van een (elektrische) fiets kunnen hieronder vallen.
  5. Verzekeringen: In België zijn maar twee verzekeringen verplicht, een autoverzekering en een huurdersverzekering. Maar bepaalde verzekeringen zoals een ziekteverzekering, familiale verzekering, schuldsaldoverzekering en brandverzekering zijn noodzakelijk uitgaven om ingedekt te zijn tegen bepaalde risico’s. 30% Persoonlijke Uitgaven                                                        

30% Persoonlijke uitgaven

Het 30%-gedeelte van de 50/30/20-regel is bedoeld voor persoonlijke uitgaven. In tegenstelling tot de noodzakelijke uitgaven in het 50%-segment, omvatten deze uitgaven zaken die niet essentieel zijn, maar die bijdragen aan je levenskwaliteit en plezier.

Dit omvat een breed scala aan uitgaven, zoals uit eten gaan, bioscoopbezoekjes, abonnementen op streamingdiensten, hobby’s, vakanties, en andere recreatieve activiteiten. Het kan ook luxe artikelen omvatten zoals designerkleding, gadgets, en decoratieve artikelen voor thuis. In essentie, alles wat verder gaat dan de basisbehoeften valt onder deze categorie.

Het is belangrijk om op te merken dat hoewel deze uitgaven niet essentieel zijn, ze wel een belangrijke rol spelen in het bieden van een gevoel van welzijn en geluk. In het kader van een gebalanceerd budget is het idee niet om deze persoonlijke uitgaven volledig te elimineren, maar eerder om ze te beheren zodat ze niet ten koste gaan van noodzakelijke uitgaven.

20% Sparen en investeren

Het 20%-segment van de 50/30/20-regel is gewijd aan het opbouwen van een financiële buffer. In dit deel van je budget focus je op sparen en beleggen. Het is het deel van je inkomen dat je toewijst, in tegenstelling tot huidige uitgaven, aan de toekomst.

De eerste stap die wordt aangeraden is het opbouwen van een noodfonds om onverwachte uitgaven op te vangen zoals medische noodgevallen of het verlies van je job. In het boek wordt aangeraden om een noodfonds van 3 maandlonen op te bouwen. Dit geld wordt op een spaarrekening aangehouden zodat het eenvoudig kan aangesproken worden wanneer het nodig is.

Eens het noodfonds opgebouwd is kan er naar andere spaar- of beleggingsopties gekeken worden. Op vlak van sparen bestaan er naast een spaarrekening ook andere spaarproducten met een hoger rendement zoals een termijnrekening, obligatie, kasbon of staatsbon. Naast sparen kan het geld in dit gedeelte ook gebruikt worden om te investeren in aandelen, beleggingsfondsen of ETF’s.

Het is belangrijk om enkel geld te beleggen dat je op lange termijn (minstens 5 tot 10 jaar) kunt missen. Beleggingen zoals aandelen, obligaties en beleggingsfondsen kunnen zeer volatiel zijn op korte termijn. En als je het geld er op het verkeerde moment moet uithalen om onverwachte kosten op te vangen loop je het risico op verlies van inleg.

Daarom is het belangrijk om ervoor te zorgen dat het noodfonds op de spaarrekening groot genoeg is. Deze dient om onverwachte uitgaven op korte termijn op te vangen. Op die manier kan geld dat vastgezet werd op een termijnrekening of belegd werd in aandelen of obligaties blijven staan. Het rendement uit beleggingen dient om uitgaven op lange termijn, zoals bijvoorbeeld tijdens je pensioen, op te vangen.

Voorbeeld van de 50/30/20-regel

Stel dat je inkomen na belasting 2.500 euro per maand bedraagt. In dat geval kun je 1.250 euro uitgeven aan vaste lasten, 750 euro aan persoonlijke uitgaven en 500 euro aan sparen.

Laten we deze kans ook aangrijpen om de kracht van samengestelde interest aan te tonen. Door 500 euro per maand op een passieve manier te beleggen in een ETF kan iemand op een termijn van 40 jaar een bedrag van meer dan 1 miljoen euro bij elkaar sparen. Hier gaan we uit van een conservatief rendement van 6,1% per jaar.

Disclaimer

Alle informatie die op deze website kan gevonden worden, moet beschouwd worden als louter algemene informatie.

Beleggen brengt hoge financiële risico’s met zich mee. Daarom is het belangrijk om altijd uw eigen onderzoek te doen.

Onze auteurs beschikken niet over de vereiste opleidingen of licenties om beleggingsadvies te kunnen geven.

Nieuwsbrief